Topadvocaat Peter Wakkie (69) loopt wat moeilijk, door een verdraaide knie bij een zaalvoetbalwedstrijd. De kleine Amsterdamse advocaat met Amerikaanse tongval wordt gezien als de redder van Ahold, en wacht nu in spanning af hoe zijn voorstel voor bescherming van alle Nederlandse bedrijven bij overnamepogingen, in wetgeving gaat eindigen.
U weigert zich te gedragen als een pensionado?
„Pas sinds mijn zestigste zaalvoetbal ik. Een vriend wees me op de tachtigers, een gezelschap oude bankiers en advocaten die in de zaal voetballen. Elke maandag van zes tot halfacht. Eerst oefenen, dan drie kwartier zaalvoetballen, dan weer trainen en tot slot basketballen. Dat gaat er hard aan toe. Ik ben één van de jongsten. Er zijn er bij die 80 jaar oud zijn.”
U leest veel. Heeft u nog een aanrader?
„Stefan Hertmans ’Oorlog en terpentijn’. En Congo, van David van Reybroeck. Fantastische boeken. Belgen (beide auteurs zijn Vlaming, red.) kunnen zo mooi beeldend schrijven. En Daniel Kahnemans ’Thinking, fast en slow.’ Dat boek helpt je nederig te zijn. Tachtig procent van wat er gebeurt is gewoon toeval. En niet jouw verdienste, wat je misschien wel dacht.”
Pijnlijk voor een advocaat.
„Ha, zeker, ik dacht dat ik redelijk wat invloed had. Nadenken, zonder in hokjes te denken of vooroordelen te vervallen, kost veel energie, glucose. Kahneman noemt het voorbeeld van rechters in Israël die moeten beoordelen of gevangenen in aanmerking komen voor vervroegde vrijlating. Voor de lunch wordt 35% van die verzoeken toegewezen. Na de lunch ruim 90%. Dan is de glucosespiegel hoog en ga je je verplaatsen in de ander. Op het einde dag wordt vervolgens bijna niks meer toegewezen, want dan is de glucosespiegel weer laag.”
Maakt u daar gebruik van?
„’s Avonds onderhandel ik niet. Dan worden standpunten onnodig verhard. ’Take it or leave it’. Ik ga vaak samen lunchen, ook bij een zakelijk geschil. Probeer dan een sfeer te creëren waarbij we elkaar wat gunnen. Mijn advies: ga nou niet alleen maar brieven schrijven.”
Kunnen we dat nog? Activistische aandeelhouders sturen juist de ene na de andere brief.
„De gunfactor is zeker minder geworden.”
Na de overnamepogingen van Unilever en AkzoNobel begon uw lobby om bedrijven beter te beschermen.
„Jan Hommen pleitte in de krant voor betere bescherming. Hij kreeg veel reacties. In april vond een periodiek overleg van alle president-commissarissen van de 25 AEX-fondsen plaats. Daar zat ik namens Wolters Kluwer, Hommen namens Ahold. Toen werd er gezegd, laten we in een werkgroepje dit idee bespreken met instanties. Nou, ik ben jurist, ik ben dat idee mede uit gaan werken.”
U strijdt al 30 jaar tegen activisten. Is het persoonlijk?
„Ik ben geen anti-overname-fundamentalist. Maar Nederland is een klein land met kleine thuismarkt. Als je een grote thuismarkt hebt, heb je daar al veel bescherming van. Bij ons tachtig tot negentig procent van de aandelen van een bedrijf in handen van Angelsaksische beleggers. Bij Italiaanse bedrijven is meer dan 50% in Italiaanse handen en ook de Fransen en de Duitsers hebben veel nationale aandeelhouders. Vroeger belegden Nederlandse pensioenfondsen ook meer in eigen land. Ik vind dat er wel een gelijk speelveld moet zijn, dus zoeken wij naar andere manieren. Daar komt bij dat de Nederlandse bescherming van bedrijven peanuts is vergeleken met die in andere landen. Probeer maar eens een bedrijf in Frankrijk of China vijandig over te nemen. Ook bedrijven in Amerika hebben structurele bescherming.”
U bedoelt Delaware, waar veel Amerikaanse bedrijven een brievenbus hebben?
„Daar is de just say no defence ontwikkeld. Tenzij je jezelf te koop zet, kan het bestuur gewoon zeggen, ‘we doen het niet’. Ook gifpillen zijn daar in de rechtspraak goedgekeurd, bijvoorbeeld aandelenplannen waarbij de zittende aandeelhouders tegen 50% korting nieuwe stukken krijgen, waardoor een jager meteen verwatert. Dat zijn vrij goede beschermingsconstructies.”
De één jaar wachttijd zorgde voor veel onbegrip bij fusie- en overnamebankiers.
„De bedenktijd is bedoeld om rust te creëren bij een vijandige overnamepoging of bepaalde vormen van activisme. De bedenktijd voorkomt op zich een overnamebod niet. Maar wel dat tijdens een overnamevoorstel er allerlei partijen midscheeps inbreken. Bestuur en commissarissen moeten tijdens zo’n proces niet bestookt worden met rechtszaken en agenderingsverzoeken, zodat ze hun taak niet kunnen uitoefenen. Ze moeten niet, zoals nu bij AkzoNobel gebeurt, maanden lang bezig zijn met de behandeling van rechtszaken. Een vijandige bieder kan hier gewoon zeggen: ‘Ik heb niks te maken met jullie stakeholdermodel waarbij je met iedereen rekening houdt. Hier is een bod’. En dan zijn er altijd wel beleggers die, geholpen door de media, het vuurtje opstoken.”
Wat is de status van uw voorstel? In het regeerakkoord werd 250 dagen bedenktijd bij een voorstel tot ontslag of strategiewijziging geopperd.
„Het ligt nu bij Economische Zaken. Daar wordt voor zo ver ik weet één en ander bestudeerd, het moet wel in overeenstemming met Europees recht zijn.”
Was er gehoor bij politiek?
„Jazeker.”
Begrepen politici het goed?
„Principes zijn duidelijk, de technische uitwerking is wat gecompliceerder.”
De Stichting Ahold Continuïteit houdt dit jaar op te bestaan. Speelde dat mee voor Hommen en u, als oud-Ahold mannen?
„Niet in onze discussie, maar ik heb gelezen dat u dat suggereerde.”
Is het afschaffen van de dividendbelasting een goedmakertje naar buitenlandse beleggers voor de extra bescherming?
„Weet ik niks vanaf, en ik heb over die dividendbelasting eigenlijk geen mening.”
Toen u in 2009 bij Ahold wegging, kon u ook met pensioen.
„Toen was ik 62. Ik heb niet veel alternatieven. Ik reis veel, lees boeken, dat kan ik vaker doen. Maar ik vind het ook wel leuk om op kantoor te zitten. Klein kantoor, leuke zaken, volle werkweek. Het alternatief is dat ik niet meer werk. Maar dan moet ik wel mijn dagindeling voor me zien. Ik kom wel eens in een sportcentrum, dan zie ik mensen kaarten, met een flesje witte wijn, gelukkig kijkend. Dat zou iets kunnen zijn.”
Ahold heeft voor zijn boekhoudfraude nooit een boete betaald aan de Amerikaanse autoriteiten. SBM Offshore hoopte op eenzelfde scenario, maar wordt nu keihard aangepakt.
„Nu is dat zo anders. Toen hebben we zonder eigen mensen te offeren, eraan meegewerkt. Schikken zonder schuld bekennen. Don’t admit, don’t deny. We hadden een beetje geluk omdat de Amerikanen het eerste buitenlandse bedrijf dat meewerkte wilden belonen. Tegenwoordig wil men altijd dat je schuld bekent, wat na de strafrechtprocedure de deur wijd openzet voor civiele claims. En die zijn nu heel erg hoog.’’
Wat was de strategie bij Ahold?
„Snelheid, absoluut snelheid. US Foodservice had onder andere het ministerie van defensie als klant. Zolang je zo’n affaire niet afrondt, kan het je hinderen in de bedrijfsvoering.”
U kiest vaak de kant van de prooi, niet die van de jager.
„Ja, in de VS had je vroeger Marty Lipton, die koos altijd voor defence, de verdediging van de aangevallen bedrijven. En Joe Flom die vertegenwoordigde altijd de aanvallende partij. Elke maandagochtend bespraken ze in een café in New York de stand van zaken. Grappig toch? Ik ben voor defence, niet voor offence.”
Waarom?
„Kijk, er zijn mensen die zeggen ’we leven in een open economie’. Bedrijven gaan vrijwillig naar de naar beurs en dus zijn ze te koop. Maar anderen, en daar behoor ik ook toe, menen dat het nationale belang ook een factor is. Is er een gelijk speelveld. Prima. Dan hoef je geen maatregelen te nemen. Maar andere landen zijn veel machiavellistischer. Zelfs in Engeland, zeker sinds de overname van chocolademaker Cadbury door Kraft in 2010. Cadbury presteerde goed en haar aandeelhouders steunden haar. ’Kraft is niet van ons niveau’, vonden de Engelse lords en ladies bij het eerste bod. Maar zelf de trouwste aandeelhouders gingen overstag toen het bod werd verhoogd. ‘Dat kunnen we niet laten lopen, wij moeten ook aan onze achterban denken.’ En dan komt het spel op de wagen. Hedgefondsen die speculeren op een overname komen erbij en er ontstaat een totale wisseling van je aandeelhouders.’’
Wat moet je doen als er barbaren aan de poort staan?
„Je moet bij zo’n overnamepoging drie zinnen in je hoofd hebben, als De Telegraaf belt. Daar moet je van tevoren al goed over nagedacht hebben. Die drie zinnen moeten overtuigend en helder zijn, geen wollige woorden van een strategisch adviesbureau. Ze moeten door de topman worden uitgesproken, niet door een in managementpraat getrainde woordvoerder. Hij of zij moet direct ’nee’ (of ’ja’) zeggen en het meteen uitleggen. Communicatie is bij overnames extreem belangrijk. Er mag geen enkel misverstand over bestaan. Dan kun je de beurskoers managen. Straal je uit: ’Wij gaan hier geen seconde over nadenken, deze overname gaat echt niet gebeuren’, dan gaat je beurskoers ook niet ineens door het dak.”
Waar komen al die activisten ineens vandaan?
„Er is veel geld in de markt. Amerikaanse bedrijven worden op de beurs hoog gewaardeerd en dus is het vanuit de VS naar Europa trekken vaak makkelijk. Activisten kunnen zich met zo’n overname bemoeien en heel lang doorbeuken. Het interesseert ze namelijk niks of ze rechtszaken winnen. Ze openen gewoon de volgende zaak om de druk er maximaal op te houden. Op de eerste mededeling dat een activist in een bedrijf stapt, stijgt de koers vaak al fors. Ik wil er geen moreel sausje over gieten hoor, maar je moet je wel beschermen. Die discussie moet je overigens niet voeren in zin van moraliteit, maar meer met de vraag: ‘Bescherm je je eigen bron voldoende?’”
De Financial Times noemde het bod van KraftHeinz op Unilever kettingzaagkapitalisme.
„De trigger was geweest, het bod verhogen en dan ook daar de aandeelhouders in beweging krijgen.”
Dat gebeurde niet. Topman Paul Polman (die in één weekend KraftHeinz verjoeg) heeft dus goed gereageerd?
„Jazeker. Zodra de deksel op de pan gaat en de koers van je aandeel niet te veel stijgt, heb je het goed gedaan.”